Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarna nam Rebekka [21]de kostelijke klederen van Ezau, haar grootsten zoon, [22]die zij bij zich in huis had, [23]en zij trok ze Jakob, haar kleinsten zoon, aan. 21. Hebr. begeerlijke klederen, of klederen der begeerlijkheid, dat is, waar men lust en begeerte toe heeft; dat zijn schone en kostelijke klederen. 22. Dat is, die zij bewaarde in welriekende koffers, gelijk blijkt vs.27. 23. Dit en het volgende middel, vs.16, dat Rebekka gebruikt om tot haar voornemen te geraken, is wel een soort van bedrog, doch minder berispelijk, omdat het haar bedoeling was haar man uit zijn dwaling op den rechten weg te helpen, den wil van God te volbrengen, en haar zoon Jakob te stellen in de bezitting van hetgeen hem door Gods ordinantie toekwam.